dinsdag 27 juli 2010

Afscheid van Indonesië

Het zit erop. Vier weken lang waren we on the road. Van Java naar Bali naar Sumatra en terug naar Java. Een maand Indonesië was lang. Aan het eind hadden we het zelfs een beetje gehad. Maar we hebben veel gezien, veel gedaan, ongelooflijke momenten beleefd en ervaringen voor het leven opgedaan. Onlangs vroeg iemand of onze reis in Indonesië mooier was dan Mexico. Ik moest daar even over nadenken. Maar eigenlijk zijn die twee landen niet te vergelijken. Mexico, of toch dat deel dat wij hebben gedaan, is makkelijker. Dat is Indonesië op sommige plaatsen heel wat minder. Je ziet hier nog meer het leven van alledag, zonder al te veel westerse invloeden. En dat hebben we graag. Maar toch hebben we hier geen waauwgevoel, geen coup de foudre zoals we dat ooit wel met India hadden. Maar de vraag is of we dat daar nu nog altijd zouden hebben natuurlijk. We denken dat we hier liever nog wat meer cultuur zouden hebben gezien. India heeft veel mooie paleizen en grote monumenten. Behalve Borobodur en Prambanan heeft Indonesië op dat vlak niet veel te bieden.



Het reizen met de kinderen ging vrij gemakkelijk. In tegenstelling tot Mexico hebben we hier wel een paar dingen moeten laten varen (bijvoorbeeld trekkings) omdat Leon nog een beetje te klein is, maar al bij al hebben we heel veel kunnen doen en hebben ze het super gedaan. Het is voor hen ook niet evident om om de twee dagen van hotel te veranderen, uren in een auto of op vliegvelden door te brengen (we zullen in totaal acht keer hebben gevlogen) en in een heel andere wereld terecht te komen. We stonden er zelfs soms versteld van hoe ze dingen die bij ons heel anders zijn met veel gemak aanvaardden. Zelfs de primitieve omstandigheden. Er is nooit gemord om het gebrek aan luxe, zelfs niet om een vuil toilet (behalve Leon dan) of een slechte douche met koud water. Net zoals in Mexico konden de kinderen de charme van de guesthouses en backpackershotels appreciëren boven de luxehotels (die meestal ver van de realiteit staan). Al bij al is Indonesië een makkelijk land om met kinderen te doen. Indonesiërs houden van kinderen en zeker van kleine dotjes zoals Leon. Hij echter is de aanrakingen nooit gewoon geworden. Op het einde negeerde hij hen gewoon. Maar we zijn heel veel mensen met kinderen tegengekomen. Veel gezinnen met twee of drie kinderen, we waren hier dus zeker geen uitzondering.


Het eten was wel een moeilijk punt, zeker naar het einde toe. De Indonesische keuken is lekker maar niet heel erg gevarieerd. En je kunt ook niet elke dag Nasi of Bami Goreng eten, zeker de kinderen niet. Vooral om Oscar hebben we ons wel wat zorgen gemaakt. We zijn allemaal wat afgevallen, maar Oscar had al weinig reserves. Hij zal dus thuis toch wel één en ander moeten inhalen en wat kilo’s moeten bijwinnen.





Op vlak van gezondheid is het ons meegevallen. We hebben allemaal darmproblemen gehad (lees reizigersdiarree) en de malariapillen hebben soms ook voor wat misselijkheid gezorgd. Leon is in het begin van onze reis twee uur ziek geweest maar voor de rest hebben we ons goed staande gehouden. Hopelijk blijft dat thuis ook zo en hebben we niet één of andere tropische ziekte mee.

Wat ons het meest zal bijblijven?
-De aankomst in Jakarta, de warmte die je overvalt en de tocht naar Bogor: onze eerste ontmoetingen met het leven in Indonesië, het zijn altijd de meest intense momenten.

-Yogjakarta: een hele leuke stad. Jammer dat we er naar ons gevoel te kort zijn kunnen blijven. Bovendien was Leon net daar ook ziekjes en hebben wij (behalve Fabrice) Borobodur gemist. We kampten er ook nog met een jetlag omdat dat in het begin van onze reis was. Maar Yogjakarta is leuk. Zeker een aanrader. We zouden er gerust een week kunnen blijven;


-De ritjes met de becaks (fietstaxi) in Yogjakarta. Typisch Indonesisch en voor de kinderen een hele belevenis.


-De busrit naar het dorp van Sugi, Sugi zelf, de ontvangst, het dorpsleven, de massage. Was echt geweldig!


-Prambanan, de hindoeïstische site: echt heel mooi en indrukwekkend en de kinderen waren er helemaal gek van. Jammer dat de hoofdtempel in restauratie is.

-De Bromovulkaan: ook super. Heel toeristisch, dat wel. En voor de zonsopgang moet je het ook niet altijd doen, maar zelden zo’n apart landschap gezien als daar. En met de paardjes tot aan de vulkaan, heel leuk!

-Onze chauffeur Trisno die ons op Java, van de ene plek naar de andere bracht.


-Het plantageleven van Kalibaru: zien hoe cacao, koffie, pepers, kruidnagel, enz … groeien. We zullen ook nooit vergeten dat Leon hier tot boven zijn enkels in de koeienmest is terecht gekomen en dat één van zijn Crocs erin was blijven steken. De koffiepluksters hebben al hun flessen drinkwater over zijn voetjes leeggegoten om hem af te wassen. Hij had nadien wel veel muggenprikjes maar eigenlijk was het een hilarisch moment.

-De vele massages!

Op Bali
-Pemuteran: het snorkelen hier was fantastisch. Nooit eerder zo”n prachtige onderwaterwereld gezien. Het eten hier was ook geweldig!

-Munduk: de rijstvelden, de natuur, het fabuleuze uitzicht vanuit onze kamer in de vallei, adembenemend mooi.

Op Sumatra

-Tangkahan: de echte jungle en een echt junglegevoel. Hard maar zeer interessant. Voor de kinderen was het olifanten wassen en rijden natuurlijk heel leuk.

-Bukit Lawang: raar stadje, nog volop in heropbouw maar ons hotel daar was super en de ontmoeting met de oerang oetans was voor de kinderen een echt hoogtepunt. Zelf zouden we nog dieper de jungle willen intrekken, maar dat is pas voor als de kinderen wat groter zijn.
















-De Bataks: een heel speciaal volk, met mooie huizen en aparte tradities. Wij waren vooral onder de indruk van het trouwfeest waarop we terecht kwamen en de lokale markt.

We zullen met plezier aan onze reis terugdenken. Uiteindelijk zijn we ook een maandlang met ons vijf samen geweest. Dat is niet altijd gemakkelijk maar het brengt je wel heel dicht bij elkaar. Leonneke zal vanaf nu weer in zijn eigen bedje moeten slapen en we zullen weer voor ons eigen ontbijt, middag- en avondeten moeten zorgen of de was en de plas doen. Maar we kijken er heel erg naar uit. Alice verwoordde het gisteren zo: ‘het is hier leuk en we doen hier leuke dingen, maar thuis is het toch ook leuk.’
Dank aan iedereen die heeft meegelezen. Het was fijn om op deze manier het thuisfront wat gerust te stellen en om mijn notities voor mijn latere artikels meteen kant en klaar bij de hand te hebben. België, here we come!

1 opmerking:

  1. Het is een leuk verhaal met mooie foto's maar ik kan mij echt niet voorstellen dat 4 weken te lang is. Goed ik ben 6 maanden in Indonesië en maak natuurlijk andere dingen mee dan de doorsnee toerist.
    En......ik heb zelfs nog niet alles gezien.
    Nee 6 maanden is zeker niet te lang en het is jammer dan de 14de augustus het alweer voorbij is.
    Kom een volgende keer wat langer naar Kalibaru. Zelfs hier, waar ik woon, heb je al meer dan een week nodig om alles te zien.
    Wat te denken aan Sukamade (schildpaddenstrand) of de stranden van Jamber (echt wit zand) waar geen toerist is te bekennen. Of de Kawa Ijen met z'n prachtige kratermeer.
    Of gewoon een watervan bij mij in de tuin waar ook een snelstromende rivier stroomt.
    De klein huisfabriekjes waar ze Gula Djawa maken en tofu.
    Nee.....zeker een keer terugkomen en dan Oost-Java doen.
    Het was wel een leuk verhaal.
    Goede thuisvaart.
    Pieter

    BeantwoordenVerwijderen