We krijgen af en toe eens de vraag wat we eten en of het lekker is. Indonesisch kan niet tippen aan de Indische en de Thaise keuken, maar is toch zeer lekker. ‘s Ochtends kunnen we kiezen uit drie soorten ontbijt: toast met boter en confituur en eitjes (de keuze van Oscar, Leon en Sylvie); bananenpannenkoekjes (de keuze van Alice en Fabrice) of Nasi Goreng. Dat laatste is het Indonesische ontbijt: gebakken rijst met groentjes en soms kip, maar “s morgens hebben we daar nog niet zoveel zin in.
‘s Middags proberen we te kiezen voor iets lichts al is dat niet altijd gemakkelijk. In het begin aten we echt twee keer warm, maar dat is niet vol te houden. Soms kiezen de kindjes voor frietjes, (Oscar), pizza (Leon) of voor een hamburger (Alice). Tegenwoordig (in Bali) vinden we ook sandwiches. Dat zijn geen sandwiches zoals bij ons maar eerder twee boterhammen met sla, tomaat, kaas, ei, kip en mayonaise belegd en middendoor gesneden in een driehoekje. ‘s Avonds eten Fabrice en ik over het algemeen Indonesisch. Overal vind je trouwens het mooie leenwoord rijsttafel terug. Nasi Campur zie je overal. Eigenlijk is het een minirijsttafel want het bestaat traditioneel uit rijst, saté (kan van kip zijn of aan de kust meestal van vis (vaak tonijn)) met pindasaus, een mengeling van licht gesauteerde groenten, een stukje gebakken vlees (meestal kip), een stukje loempia en een gekookt eitje met een sausje. Indonesiërs zelf eten meestal nasi goreng (gebakken rijst) of bami goreng (gebakken noedels), met daarbij een kopje thee. Op dat vlak wordt Alice al een echte Indonesische. Driemaal per dag drinkt ze thee. De jongens volgen meestal één of twee keer.
Als we aan lekker Indonesisch denken, hebben we volgende gerechtjes in gedachten: de loempia’s met saus die we kregen in Kalibaru, gado-gado met pindasaus van Sugi, Ook de balletjes in pikante tomatensaus van Sugi mogen niet ontbreken (gewoon verrukkelijk), de eerste bami van in Happy Valley Guesthouse in Bogor, de bakmie special van in Pemuteran, alle visgerechtjes van in Pemuteran trouwens (gebakken langoustines in de looksaus, heerlijk), de eicracker in Batu was ook subliem en dan de groene pannenkoekjes met cocos als dessert met een koffie in Munduk.
Gado Gado
Speciaal voor de pindasausliefhebbers het recept voor Gado Gado
De groenten van de Gado-Gado bereiden is geen kunst. Elke groente die je graag lust, kook je lichtjes aan en leg je op een schotel, sojabonen mogen natuurlijk niet ontbreken, maar de saus, de pinda- of satésaus daar ben ik verzot op. Bij Sugi heb ik de perfecte pindasaus geproefd en ik heb haar het recept ontfutseld. Een echte streling voor de tong. Men neme de pinda's als basis voor de saus, ontvellen en roosteren. De pinda's en de volgende ingrediënten in een vijzel: 2 citroenblaadjes, 2chilipepers, knoflook, wat koenjiet (ongeveer een pink lang - lijkt op gember maar is het niet en volgens Sugi zeker geen gember gebruiken) en het goedje goed samen prakken. Een beetje water laten koken en daarin een tamarinde laten smelten. Dit sapje over het prakje gieten totdat je de gewenste dikte van de saus hebt. Overheerlijk. De ingrediënten zijn volgens mij allemaal te verkrijgen bij het Thaïse winkeltje in de Holstraat in Gent. Het eerste wat ik doe als ik thuiskom. Fabrice
Geen opmerkingen:
Een reactie posten