woensdag 14 juli 2010
Toeristen en aapjes kijken in Ubud
Met spijt vertrokken in Munduk. Hier zouden we nog wel wat langer hebben willen blijven. Om een trekking te doen door de rijstvelden bijvoorbeeld. Maar onze tocht gaat verder richting Ubud. We verwachten er veel van. Ubud staat bekend als het centrum van de kunst, een plek waar veel schilders en kunstenaars, ook Europese, zich komen settelen. Vooral de omgeving moet prachtig zijn. De chauffeur, die alweer Made heet, brengt ons er in twee uur heen. Langs heuvels en dalen, door een prachtige natuur. Groen, groener, groenst, het is hier echt wel van toepassing.
Het is trouwens vrij eenvoudig om elke keer ons vervoer te regelen. Op Java hadden we onze vaste chauffeur, Trisno, op Bali niet meer maar we regelen telkens een taxi, of beter een minibus, vanuit het hotel. Die zijn vrij comfortabel, al gebruiken ze hier geen veiligheidsgordels, iets wat onze kinderen met veel verwondering gadeslaan. Vooral Leon kan er maar niet bij waarom hij er nu geen aan moet terwijl we daar thuis zo op hameren. Hier hebben ze die gewoon niet.
Ons hotel, Bunga Permai, is super leuk. Tien minuutjes buiten Ubud, in de heuvels met zicht op de vulkaan Gunung Agung. Een klein zwembad, maar dat hindert meestal niet. Als de kinderen maar even kunnen zwemmen. Minpuntje van de dag: darmproblemen bij Oscar, Leon en later ook Alice. Vooral die eerste moet meermals het toilet opzoeken. We zitten dus aan de Imodium, maar al bij al is het nog redelijk onder controle allemaal. We doen het rustig aan, maar het lukt toch nog om ons in het centrum te laten afzetten aan het office de toerisme. Dat valt ons al een beetje tegen. Waren ze in Java altijd heel vriendelijk, dan vinden we dat in Bali al een stuk minder. Te veel toeristen gewoon, dus minder hartelijk. Jammer!
Het bezoek aan de markt is van eenzelfde kaliber. De kinderen vinden het leuk om te snuisteren tussen de souvenirs en voor eventjes kan dat wel, maar de markt lijkt bijna een toeristenverzamelplaats geworden waar authenticiteit ver te zoeken is. Bovendien ziet het ernaar uit dat heel veel mensen uit de badplaatsen Kuta en Sanur (waar wij liefst met een wijde boog omheen gaan omdat daar alleen een sfeertje heerst van strand en discotheken, een soort Ibiza dus) voor een dagexcursie naar Ubud komen. Gevolg is dat je meer het gevoel hebt dat je in Europa rondloopt dan op Bali. Toch jammer, maar ja.
Naar Monkey Forest dan maar, ook al een toeristische attractie, maar wel leuk voor de kinderen. Er lopen drie groepen Balinese Makaken in het wild rond. Ze zijn met zo’n driehonderd en ze komen aan je snuffelen of eten uit je zakken stelen. Je kunt bananen kopen om ze te voederen, maar dat wou ik liever niet riskeren. Het blijven wilde beesten en er gaan verhalen over apen die wel eens durven bijten, geen risico’s dus. Al jeukte het bij Alice en Oscar om toch eventjes te proberen. Hebben ze pech met een mama die altijd op haar hoede is… -;)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Hallo allen,
BeantwoordenVerwijderenBeetje erg maar ik heb nu pas door dat jullie een blog hebben. Ik verwachtte eigenlijk af en toe een mailing. 'k Had jouw mail voor vertrek niet goed gelezen...
Intussen haal ik in en 't lijkt fantastisch. Mijn ideeën naar volgend jaar toe wijzigen bij het lezen van jullie verhalen.
Geniet nog verder en geef Oscar een dikke knuffel van Isaac.
Kus van us,
Debbe, Jo, Basile, Victor, Loïc en Isaac