Vroeg opgestaan. Het onweer heeft vannacht flink huisgehouden. Het heeft de hele avond en nacht water gegoten maar nu is het rustig. We hebben met onze gids Ruslan afgesproken aan het centrum van WWF en Unesco. Voor een tocht in het park liggen de prijzen vast maar een goede gids is belangrijk. Ruslan is bioloog en verbonden aan het centrum dat het reservaat beheert. We zijn 20 minuten te laat op onze afspraak maar dat is hier in Indonesië nooit erg. Hij laat ons zelfs nog wat wachten zodat de paden in de jungle nog wat kunnen uitdrogen. We vertrekken aan een brug over de Bohorokrivier en gaan via privaat gebied naar het nationaal park. Ruslan legt uit dat de boeren rondom het park van cruciaal belang zijn omdat zonder hen het wildbestand niet kan worden beheerd. Volgens hem is de invloed van het ecotoerisme zeer belangrijk omdat de boeren daardoor sinds 2001 langzaam zijn beginnen te begrijpen dat het wildbestand een positieve invloed heeft op hun inkomen. Daarvoor werd elke aap die op hun terrein kwam gewoonweg afgemaakt. En apen kennen natuurlijk geen grenzen. Zijn uitleg wordt direct bevestigd als we bij een rubberplantage passeren. De boer komt naar me toe en geeft me een koekje om apen te lokken. Rondom zijn erf zit namelijk een groepje Thomas Leaf apen. Ruslan laat me onmiddellijk het koekje neerleggen en geeft me een paar ramboetans, de lokale lichee waar apen verzot op zijn. Thomas Leaf apen zijn bij ons niet gekend maar ze zijn prachtig om zien en enorm behendig. Ze kunnen ongeveer 8 meter ver springen. Ze blijven dichtbij maar ze komen niet naar beneden. Wel houden ze ons nieuwsgierig in de gaten.
Als we het natuurpark zelf binnengaan is het eerst afzien. Steile hellingen die slecht begaanbaar zijn en er door de overvloedige regen van vannacht noch zeer sompig bij liggen. Maar het blijft jungle. In de verte horen we af en toe het gekrijs van een vogel. De Argusfazant die we jammer genoeg niet te zien krijgen. Een prachtige vogel met een enorme staart. In Planckendael tonen ze bezoekers een filmpje van het baltsgedrag van deze vogel. Ik had hem zeer graag eens in het echt gezien.
Na een uurtje wandelen worden we plots omsingeld door een groep langstaartmakaken. Een 30-tal apen met veel jonge dieren op de buik van de moeder. Ze zijn echt stoutmoedig en komen gewoon vruchten stelen bij de gids. Oscar en Alice krijgen ramboetans in de hand en delen met veel plezier het cadeautje uit. Hoe leuk dit ook is, we missen nog steeds waarvoor gekomen zijn.
Maar Ruslan stelt ons gerust en toont ons even later hoog in de boom een moeder oerang oetang met een jong van 3 jaar. We zijn in de zevende hemel. Ruslan vraagt of we tijd hebben en een halfuurtje willen wachten. De langstaartmakaken die nog steeds in de buurt zijn, moeten eerst wegtrekken. Oerang oetans zijn veel sterker maar zijn bang van die apen in groep. Als de langstaartmakaken weg zijn, komt de mama Oerang oetan op haar duizenden gemakjes naar beneden. Ruslan werpt haar wat vruchten toe en we kunnen haar op alle gemak bewonderen. Ook het jong komt tot op een 4 meter van ons hangen. We blijven nog een half uurtje vertederd kijken en laten dan de familie gerust.
Onderweg krijgen we nog veel uitleg over planten en bomen - waar het merantihout vandaan komt bijvoorbeeld - en we horen in de verte witwanggibbons maar krijgen hen niet te zien. Twee uur later ontdekken we een tweede mama oerang oetan met kind maar ze heeft al een nest gemaakt en ze is zeer moeilijk zichtbaar. Als we op een open plek nog wat uitrusten en zelf ramboetan met ananas eten, zie ik plots een grote oerang oetan naar ons kijken. Zelfs mijn verwonderde kreet “daar” schrikt hem niet af. Hij komt op zijn gemakje naar ons toe en grijpt het fruit uit de kinderen hun handen. Volgens Ruslan is het een pubermannetje van 13 jaar oud die nog in het rehabilitatiecentrum komt. Het maakt de kinderen niets uit en dolenthousiast geven ze hem al ons fruit. Ze dopen hem spontaan Louis naar Koning Louis uit jungle book van Rudyard Kipling. Het is aandoenlijk hoe de aap op zijn gemak het fruit pakt uit de handen van onze kinderen. Ze kunnen de handen van de aap goed aanraken en vertellen ons dat hij ongelofelijk zacht aanvoelt. Louis is natuurlijk nog geen wilde aap maar een aap in opleiding die al deeltijds in het wild verblijft. Voor de kinderen fantastisch om te zien.
Er zijn nog ongeveer driehonderd oerang oetans in het wild in Sumatra. Op Borneo nog eens tweehonderd en dat is het. Daarmee is dit de meest bedreigde apensoort ter wereld. WWF doet hier beestenwerk. Ik denk dat we lid worden als we terug thuiskomen. Als we vragen aan de kinderen wat het leukste was op reis, dan is het antwoord snel gevonden. Met stip op één onze ontmoeting met de oerang oetans, op twee de rit met de olifanten. Als we ‘s middags uitrusten op ons hotelkamertje zien we van op ons terras aan de overkant van de Bohorok rivier een groepje van 5 Witwanggibbons van boom naar boom slingeren. Van op onze penthouse kijken we gefascineerd toe. Als we wat groter en sterker zijn, dan gaan we beslist een jungle toer van 5 dagen doen. Maar eerst nog wat groeien, bananen, ananas en ramboetans eten want daar worden apen sterk van. Fabrice
Geen opmerkingen:
Een reactie posten