Tankahan was schitterend maar hard. Uiteraard geen enkel comfort in de jungle. Enkel een klamboe en een hard bed waar je elke morgen wakker wordt met een pijnlijke rug. We hadden weliswaar de luxe cottage met echt toilet (zonder doorspoelbak). Maar wel vol mieren, minstens honderden op het toilet zelf waardoor zelfs Leon liever op het hurktoilet ging zitten (alhoewel, veel zitten is er niet aan). Maar Mega en zijn staf zorgden wel voor sfeer in de jungle. En nu weten de kinderen dat de jungle hard is. Bukit lawang zal hetzelfde zijn, dus dat wordt nog twee dagen afzien.
Als we na een hobbelige jeeprit van drie uur eindelijk aankomen in de stad, worden we gedropt aan een soort parking. Iemand van de organisatie waarmee Van Verre werkt staat ons op te wachten, samen met iemand van het hotel waar we hebben gereserveerd. Tussen die twee ontstaat een fikse discussie. Bukit Lawang is wereldberoemd voor het opvangcentrum van oerang oetangs dat door WWF en Unesco Werelderfgoed wordt uitgebaat. Om het nationaal park binnen te mogen heb je een gids nodig en daar speelt de economie een rol. Hiervoor wordt big money gevraagd. Dus wilden ze ons alle twee zo’n gids aansmeren. Maar uiteindelijk klaart alles op en kunnen we naar ons hotel stappen dat zo’n twee kilometer langs de rivier de jungle in ligt. Onderweg valt het op dat veel huizen zijn verwoest en dat meer dan normaal wordt herbouwd. De gids vertelt dat in 2003 een stortvloed uit de bergen naar beneden is gekomen en dat veel van de huizen zijn meegesleurd. Eindbalans: 254 doden (10 % van de bevolking) en 11 hotels volledig verwoest. Toen ook de toeristenbusiness na de tsunami in 2005 tegenviel heeft de stad erg geleden. Enkel de laatste jaren komen er opnieuw toeristen. Ons hotel Jungle Inn ligt letterlijk achteraan in het dorp maar tot onze grote verassing ziet het er prachtig uit. We krijgen de familiekamer (kamer 0) op de bovenste verdieping (vier hoog met een prachtig uitzicht op het nationaal park Gunung leuser en op de rivier met rondom een mooi terras. Vanop het terras zien we uit op het rehabilitatiecentrum. Met een zacht bed en een luxe badkamer met douche en ligbad. Weliswaar enkel koud water maar wat een luxe, en we waren net op het ergste voorbereid. We spreken af met onze gids voor morgen. De dagtocht lijkt ons te zwaar voor Leon maar de tocht van 3 uur moet ons lukken. 15 € per persoon is vast tarief inclusief permit om het park binnen te mogen. Voor een dagtocht is het 25€. De prijs wordt hier in euro’s berekend, want blijkbaar komen enkel Europeanen hier naartoe.
Als we ons verfrist hebben, van onze twee dagen jungle in Tangkahan, staan Alice en ik op ons terras naar het regenwoud te staren en hebben we een leuk gesprekje. Plots begint ze te gillen en te springen. Aan de overkant van de rivier ziet ze in een boom een oerang oetang. Oscar, Leon en Sylvie komen ook aangelopen en inderdaad, ongeveer 100 m verder zien we waarvoor we de oceaan zijn overgestoken. Een grote rosse plek die zich langzaam beweegt in de bladeren van een enorme boom. Met de verrekijker van Oscar proberen we beter zicht te krijgen. Omdat de enorme aap langzaam opschuift naar het park besluiten we naar beneden te gaan en hem van aan de oever te bekijken. Ondertussen klinkt in de verte gedonder. Na een tiental minuten wachten zien we de aap elegant via een liaan een stroompje oversteken naar het oerwoud toe. Tot onze verbazing direct gevolgd door een jong. Hangend als een acrobaat aan een touw. Dolle pret bij de familie. We proberen ze nog verder te volgen maar dat is moeilijk. We staan ondertussen aan het verste punt van het dorp op de houten brug waar het overzetbootje van het opvangcentrum ligt. Plots horen we een enorm gedreun en geruis en in de verte komt een immense watervloed aan. De rivier zwelt aan en sleurt bruine modder, takken en bomen met zich mee. We zetten het op een lopen want normaal is dit niet. Op een seconde is de rustige rivier een kolkende watermassa en het water komt tot ver over de oevers. Maar de mensen van ons hotel stellen ons gerust: geen paniek. Het is niet normaal, maar alles lijkt onder controle. Er komt geen herhaling van de ramp in 2003. Na een uur of twee neemt de stroming in sterkte af. Wel begint het ook hier in het dorp te regenen en te onweren. Het onweer is gigantisch en af en toe lijkt het alsof de bliksem naast je inslaat. Als we in onze kamer toekomen zijn we kleddernat van 200 meter ver te lopen. We zitten midden het tropisch regenwoud en dat hebben we geweten. De kinderen zijn onder de indruk van zoveel natuurgeweld maar we hebben met onze eigen ogen een oerang oetang gezien. Onze reis kan niet meer stuk. Fabrice
Geen opmerkingen:
Een reactie posten