donderdag 15 juli 2010
Bensin
Dit stukje is speciaal voor Ivo Hoskens, onze retail manager en voor al mijn fijne collega’s op het werk. Na 14 dagen in Indonesia heb ik kort de markt gescreend. Kon het niet laten. Zoals overal in de wereld, is de markt hier verdeeld onder de majors en de rest is voor de white pumpers. Over de majors kunnen we kort zijn. Er zijn er welgeteld twee. De eerste is Pertamina, waarschijnlijk een staatsmaatschappij. Die heeft de almacht. De enige andere major is Shell. Ik heb er eentje gezien in Jakarta en eentje in Yogyakarta. Er zullen er waarschijnlijk nog zijn maar een echte machtspeler zal Shell hier niet zijn. Trouwens Shell is hier ontstaan. In 1883 ontdekte een Nederlander in Sumatra een zwart goedje dat kwam opborrelen en die de inboorlingen gebruikten om ‘s nacht hun lampjes mee te verlichten. Eén dag later richtte deze de Bataafse Petroleum Maatschappij op dat later werd ongevormd tot Shell. Soit, sinds de Nederlanders hier buiten gebonjourd zijn, is het Shell blijkbaar dezelfde weg gegaan. De strategie van Pertamina is onduidelijk, althans vanuit onze filosofie. Langs de grote wegen vind je ze ongeveer om de 5 km terug. Grote witte stations, elke pomp met bediening en allemaal in concurrentie met zichzelf. Geen shop, dus ook geen shopinkomsten maar wel allemaal een toilet (1000 Rp per plas) en een gebedsplaats - op Java een muschola, een gebedsplaats voor moslims, op Bali een hindoeïstisch schrijn. Waarschijnlijk helpt dat tegen ontploffingsgevaar. En de prijs is overal dezelfde. Voor het gemak heb ik enkel de prijs voor diesel genoteerd. 4.500 Rp (1 € is ongeveer 14.000 Rp waard) per liter wat ongeveer overeenkomt met 27 euro cent de liter. Als we hier onze strategie zouden toepassen, komen we nooit uit de kosten, vrees ik. Indonesië is één van de weinige landen in de wereld die zelfbedruipend is. Vandaar deze zeer democratische prijzen. Waarschijnlijk durft geen enkele politicus de officiële prijzen te veranderen. Nu iedereen zich een brommertje of een auto kan veroorloven, zou dat politieke zelfmoord zijn. Speciaal voor Patrick: alle pompen zijn hier Gilbarco’s. Daarnaast zijn er de white pumpers. Je vindt ze in elk dorp, langs de weg. Op Java betekent dat ongeveer om de 500 m. Privé-personen die een aantal liter product aanbieden langs de kant van de weg, letterlijk op een halve meter van de baan. Benzine in meestal glazen bokalen (precies flessen van olijfolie of van Absolute vodka) of in plastic bidons. Nergens een prijsvermelding dus ook hier is er een zweem van zwart. Geen beschermende maatregelen, gewoon rechttoe rechtaan. Je zal begrijpen dat mijn hart bloedt als ik dat zie. Een gemiddelde temperatuur van 32 °C en benzine in glas op de openbare weg. Ik speur spontaan de weg af naar zwartgeblakerde gaten maar nog niks gevonden. Ik mag er niet aan denken dat één van de miljoenen brommertjes even de berm zou ingaan en zo’n stalletje met 10 liter benzine raakt. Veiligheid is geen zaak van staatsbelang en milieu al zeker niet. Vandaar mijn advies om hier de eerste jaren niet te investeren. Vele groetjes. Fabrice
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten