zaterdag 3 juli 2010

Zweten en puffen in Yogjakarta


Eindelijk konden we aan onze rondreis beginnen! De afgelopen twee dagen waren vooral gevuld met reizen en een beetje zwemmen, maar vanaf nu kunnen we ons helemaal door de Indonesische samenleving laten onderdompelen. Alhoewel we nog wat worstelen met het uurverschil ('s avonds kunnen we niet in bed en 's morgens staan we te laat op) hadden we er veel zin in. Yogjakarta is het geografische en culturele hart van Java. Het is een drukke stad, maar toch charmant. Veel becaks (fietstaxi's), andongs (paarden met kar), maar ook bromfietsen en auto's. Allemaal kriskras door elkaar. De kinderen konden vanmorgen niet wachten om meteen zo'n becak te nemen. Ideaal om de stad te verkennen, een beetje verkoeling te zoeken, maar ook om veel uitlaatgassen binnen te krijgen. Maar we hebben het overleefd!

Eerste halte was het paleis van de sultan Hamengko Buwono X, het Kraton. Hemzelf en zijn gevolg hebben we niet gezien, een deel van zijn paleis wel. Het was puffend heet en de kindjes kregen het toch wat lastig. Zoveel mogelijk schaduw opgezocht en veel water gedronken. En een waaiertje gekocht om wat (warme) lucht te wapperen.
Omdat er nog niet zoveel blanke toeristen rondlopen (het hoogseizoen moet blijkbaar nog op gang komen) waren we voor veel Indonesische families de attractie van de dag. Toen we even op een bankje gingen uitrusten werden we omsingeld door Indonesische mama's en kindjes die allemaal met ons op de foto wilden. Vooral Alice viel deze keer heel erg in de smaak. Jonge meisjes kwamen aangelopen om te vragen of ze haar mochten fotograferen, waar ze vandaan kwam, enz... Ze voelde zich meteen een beroemde filmster... Wat ze met die foto willen aanvangen? Geen idee. Naar mijn idee zagen we er niet zo speciaal uit. Ook Leon werd meermaals in zijn wangen geknepen. Als hij een Indonesische ziet afkomen, loopt hij al bijna weg.


Rond het paleis ligt een soort 'koninklijk' dorp dat omringd is door een lange muur die de enclave volledig afscheidt van de buitenwereld. Er leven zo'n 5000 mensen in de wirwar van steegjes, huisjes en tuintjes tussen het paleis en de rest van de stad. Veel van de mensen die er wonen werken op het paleis als bewaker, gids, ambachtsman, onderhoudskracht, huishoudster... Een boeiende wereld!
Na het paleis van de sultan ging het richting Taman Sari of het Water Castle: drie oude waterbassins in openlucht waarboven een soort paviljoen uittorent met twee verdiepingen. De sultan en zijn gevolg kwamen er vroeger baden. Een van de bassins was voor zijn vrouw en wettige kinderen, een ander voor de concubines...
En daarna brachten we een bezoek aan de vogelmarkt waar de kooitjes met zangvogels, maar ook slangen, eekhoorns, hamsters, ... veel bijval oogsten bij de kinderen.

Tegen twee uur was het niet meer te houden van de hitte en wilden ze het zwembad in. En gelukkig want we werden overvallen door een enorm onweer en een grote plensbui. Waren we meteen twee keer nat! Vreemd maar sinds we hier zijn heeft het al elke dag geregend en het is nochtans geen regenseizoen. Nu, erg is dat niet, dat is niet zoals bij ons. Doordat het warm is, werkt zo'n bui eerder verfrissend.
Wat vooral heel erg meevalt is de prijs van het eten. Voor zo'n 3 € per persoon heb je een avond- of middagmaal en een drankje. En het eten is lekker! Al is het soms puzzelen om iets te kiezen dat Alice, Oscar en Leon ook lekker vinden...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten